Pag 30 (NL)   B1-2022 PNKV Biuletyn online.

De Poolse pers in het Koninkrijk der Nederlanden in de jaren 1930-1980

Onze "Biuletyn" wordt 42 in maart. Onlangs schreven we over de geschiedenis ervan en de mensen die ermee verbonden zijn. Wij herinnerden aan eerdere verjaardagen en gebeurtenissen die de krant in haar bladzijden opluisterde en waarover zij verslag uitbracht. Het Bulletin was echter niet het eerste tijdschrift van de Poolse gemeenschap in Nederland. Daarvóór waren er andere tijdschriften die onze landgenoten bekeken en waaruit zij informatie putten. Ze waren vroeger heel belangrijk omdat de communicatie met het land niet zo gemakkelijk was als nu. Telefoons waren zeldzaam en de radio kwam pas in de jaren dertig algemeen in gebruik. Niemand had nog gehoord van e-mails of internet, en er moest lang worden gewacht op een brief.

Grażyna Gramza

Ongeveer 70.000 Polen woonden en werkten voor de Tweede Wereldoorlog in de Benelux. Het grootste aantal Polen vestigde zich in regio's waar kolenmijnen (Limburg) en ijzerertsmijnen (Luxemburg) waren. Aanvankelijk hadden de daar wonende Polen geen eigen tijdschriften en werd er geen pers uitgegeven. Ze waren afhankelijk van postorderverkoop, voornamelijk vanuit Frankrijk. Twee tijdschriften waren bijzonder populair: "Wiarus Polski", gepubliceerd in Lille, en "Narodowiec" uit Lens. De "Biuletyn" van de Poolse Katholieke Missie in Brussel (1927-1928) bereikte ook Nederland. Mettertijd nam de activiteit van de Polen toe en hun natuurlijke behoefte om te zoeken naar manieren om de Poolse cultuur en taal te cultiveren kwam tot uiting in de oprichting van verschillende groepen, genootschappen en organisaties. Deze activiteit en uitwisseling van informatie resulteerden in publicaties in de vorm van brochures, kranten en tijdschriften.

“Polak w Holandii" (Een Pool in Holland)

De kranten en gidsen die in de jaren twintig begonnen te verschijnen, waren in het Pools geschreven, en het eerste tijdschrift dat regelmatig verscheen was het maandblad "Polak w Holandii". De oprichter en eerste redacteur van het tijdschrift was Bernard Janik, waarnemend secretaris van het Pools Honorair Consulaat in Heerlen. Het was daar dat "Polak w Holandii" op 1 mei 1930 begon te verschijnen, en een jaar later had het reeds een duizendtal lezers. Het werd gratis verspreid als bijlage bij de "Gazeta Niedzielna" (Zondagskrant) en de "Przewodnik Katolicki" (De Katholieke gids). De uitgever was pater Wilhelm Hoffmann, aalmoezenier voor de Polen in Nederland. Het maandblad werd gedrukt in Polen, in de drukkerij van de Missionarissen van de Heilige Familie in Górka Klasztorna. De drukkosten in Polen waren lager dan in Nederland en bedroegen ongeveer 40 florijnen. Vanaf 1933 ontving het blad subsidie van de Poolse ambassade en het consulaat in Den Haag. Het kwam regelmatig uit op de eerste dag van elke maand.

Vanaf 1 mei 1935 werd "Polak w Holandii" het persorgaan van de Unie van Poolse Verenigingen en werd het gepubliceerd in Brunssum. Het werd vervolgens uitgebreid tot twaalf bladzijden, en in juli van hetzelfde jaar veranderde de naam in "Polak w Halandii i Belgii” (Pool in Holland en België). De oplage bereikte 1500 exemplaren. Met financiële steun werd het een tweewekelijkse publicatie. Bovendien werd het gesteund door de World Union of Poles Abroad. In België had het slechts 300 abonnees, omdat de concurrentie daar kwam van kranten en tijdschriften uit Frankrijk. Het is nooit financieel onafhankelijk geworden, maar het was zeker een noodzakelijk tijdschrift. Doel was de Poolse mijnwerker bewust te maken en hem te informeren over zijn rechten en plichten. Mijnbouwakten werden in het Pools vertaald. Het tijdschrift bevatte ook nieuws uit Polen, informatie over Poolse emigratie in Nederland en België, advertenties en diverse adviezen.

Nadat redacteur Janik naar Polen was teruggekeerd (1931), werd het tijdschrift overgenomen door Sylwester Błaszczyk. Toen de uitgeverij zich uitbreidde naar België, leidde hij de Nederlandse redactie. In 1937 werd het tijdschrift uitgebreid tot Luxemburg, waarna het zijn naam veranderde in "Polak" en functioneerde als het orgaan van de Unies van Poolse Verenigingen in Nederland, België en Luxemburg. "Polak" verscheen als tweewekelijks blad van 1937 tot 1939 in Heerlen in een oplage van 600 exemplaren. Meer dan 400 abonnees woonden in Nederland. Volgens het Poolse consulaat in Brussel "is het tijdschrift droog en mededeelzaam, bevat het geen programmatische of instructieve artikelen, is het slank en wordt het zelden uitgegeven". De redactie van "Polak" werd in die tijd geleid door Anna Nieduszyńska, echtgenote van de secretaris van het Poolse consulaat in Heerlen. Met ingang van 1 januari 1938 werd Sylwester Błaszczyk benoemd tot griffier voor emigratiezaken van de Poolse ambassade in Rio de Janeiro, Brazilië, waar hij heen ging.

Tijdschriften tijdens de oorlog

Tijdens de Tweede Wereldoorlog bereikten ondergrondse tijdschriften en antifascistische pamfletten de Polen in Nederland. In 1943 begon op initiatief van de Poolse katholieke missie in Brussel "Głos" te verschijnen. Na de bevrijding werd het van een clandestien tijdschrift omgevormd tot een katholiek-nationalistisch tijdschrift met de titel "Głos Polski". De redacteur en uitgever was pater Jacek Przygoda. Het tijdschrift had een oplage van 4.000 exemplaren. Er werd veel ruimte besteed aan kunst, literatuur en politiek. In 1946 werd het vervangen door het tijdschrift Myśli i Czyny [Gedachten en Daden].

Tijdens de bezetting reikte de Belgische "Marsz" ook de hand aan de Polen in Limburg. Dit was het orgaan van de Poolse Organisatie voor Onafhankelijkheidsstrijd, dat tot 1948 werd uitgegeven. Polen namen actief deel aan de gevechten voor de bevrijding van België en Nederland. Het persorgaan dat toen werd uitgegeven was het "Soldier's Journal of the 1st Armoured Division". Het was toegankelijk en verre van propaganda. Het had een nieuwsrubriek, en publiceerde de columns van Maciej Feldhausen, alsmede de kleinigheden van Mieczysław Eizenman (pseudoniem: Ori-Si) en Aleksander Janta-Połczyński. Ryszard Kiersnowski, Zygmunt Nowakowski en Tymon Terlecki publiceerden hun artikelen in "Dziennik". De oplage van deze krant was zeer groot, enkele tientallen duizenden exemplaren. In 1945. "Dziennik" had een speciale bijlage "Op zoek naar gezinnen".

Tijdschriften voor veteranen

Na de Tweede Wereldoorlog was een van de eerste Poolse tijdschriften een tweewekelijks tijdschrift met dezelfde titel, dat verwees naar "Polak w Holandii". De ondertitel was: "Katholiek cultureel en sociaal weekblad van de Poolse emigratie in Nederland". Het werd gepubliceerd op initiatief van de Poolse Katholieke Vereniging in Breda. Het werd geredigeerd door pater Henryk Dąbrowski (pater Robert) en Stanisław Werner, een Poolse activist uit Venlo. Het tweewekelijks blad verscheen van 15 augustus tot eind december 1948 in een oplage van 2.000 exemplaren. Het had de volgende secties: "In en over Polen', 'Uit de wereld', 'Lezers schrijven' en 'Onze kroniek'. Helaas publiceerde het niet veel informatie over het Poolse leven in Nederland. In 1949 fuseerde het met de in Londen gevestigde Sunday Newspaper, en vervolgens met Życie, dat een rubriek "Een Pool in Nederland" invoerde. Narcyz Komar en Bogumił Strenk, vertegenwoordigers van Poolse veteranen in Nederland, werden toen correspondenten.

In 1949, "Życie. Polak w Holandii”. Het was een katholiek religieus en cultureel weekblad, gepubliceerd door de Veritas Foundation Publication Centre in Londen. Het tijdschrift werd uitgegeven door een comité onder leiding van pater Tadeusz Krischke. Een jaar eerder, in 1948, was het Mijnbureau in Heerlen begonnen met de uitgave van een tweewekelijks blad voor Polen, "Nowy Czas". Dit was gerechtvaardigd omdat in het najaar van 1947 1423 dipi's* vanuit de Amerikaanse bezettingszone in Limburg aankwamen om ondergronds te werken. In die tijd werden in Heerlen twee nummers van „Wiadomości dla Górników Kopalń Holenderskich” (het Nieuws voor Nederlandse Mijnwerkers) uitgegeven. Het bevatte stimulansen om het beroep van mijnwerker op te nemen, informatie over de Nederlandse mijnen, voorschriften en instructies inzake veiligheid op het werk en een korte cursus Nederlands. De gids was in de eerste plaats bedoeld voor Polen in Berenbosch, Eysden, Lilbosch, Rumpen, Ravenbosch, Simpelveld en Sittard.

Van 1951 tot 1960 werd in Vlissingen „Komunikat Informacyjny” (het Informatie Communiqué) uitgegeven, een maandblad van de Delegatie van de Vereniging van Poolse Veteranen in Nederland. Het was in deze stad dat 250 Polen op de scheepswerf kwamen te werken. Onder hen waren veel oud-soldaten die zich in de SPK verzamelden. De oprichter van "Komunikat" was S. Werner, die het tot het negende nummer redigeerde en verspreidde. De oplage was klein, 50 exemplaren. In de jaren 1954-1960 werd het tijdschrift als tweemaandelijks blad uitgegeven, maar de oplage en het bereik namen toe. Op de bladzijden werden, naast organisatorische zaken, ook andere onderwerpen besproken. Zo was er bijvoorbeeld een rubriek "Sprawy polskie w prasie holenderskiej" (Poolse kwesties in de Nederlandse pers), die werd geredigeerd door B. Strenk.

Uit 1961 "Kommunication" was het orgaan van de SPK en veranderde zijn naam in "Kombatant Polski w Holandii". Vanaf 1963 werd het ook in het Nederlands uitgegeven. In 1964 werd het uitgebreid tot België en Luxemburg. Het veranderde zijn naam opnieuw, dit keer in "Kombatant Polski w Beneluxie" ("Poolse Strijdster in de Benelux"). Het werd twee of drie keer per jaar gepubliceerd. Het redactiecomité in Nederland bestond uit: B. Strenk, S. Merło, H. R. Rećko en Z. Hornung. De Belgische redactieraad werd geleid door W. Drozdowski. Het doel van het tijdschrift was de idee van een vrij Polen in een verenigd Europa te verwezenlijken, zorg te dragen voor het behoud van de Poolse cultuur en samen te werken met andere tijdschriften. Er werden contacten onderhouden met het Bulletin van de Unie van Oekraïners in Nederland en publicaties van Nederlandse veteranenorganisaties. Een scheuring in de SPK in Nederland leidde tot de opheffing van het persorgaan van de vereniging (1974). "Kombatant" (onder verschillende namen) werd bijna 25 jaar lang gepubliceerd en was het enige zo regelmatig verschijnende tijdschrift. Het moest een schakel zijn tussen de Polen en de Nederlandse samenleving. Wiesława Eder, die in de jaren tachtig met de Poolse gemeenschap te maken had, schreef dat "Kombatant" vaak "aanvallende artikelen tegen het systeem van de Poolse Volksrepubliek" publiceerde, maar dat kon in die tijd niet anders zijn. Het is opgericht voor mensen en door mensen die tegen hun wil in ballingschap moesten blijven. De Polen uit dit milieu stonden vijandig tegenover het communisme en de Volksrepubliek Polen. Het is de grote verdienste van SPK dat op veel graven van in Nederland gesneuvelde Poolse soldaten grafstenen zijn geplaatst en in 1963 zijn de meeste gesneuvelden naar de centrale Poolse militaire begraafplaats in Breda gebracht. Twee jaar geleden werd daar een museum geopend dat gewijd is aan generaal Stanisław Maczek en zijn soldaten (Maczek Memorial) en dat een bezoek meer dan waard is.

Het ontslag van B. Strenk als redacteur van "Kombatant" betekende niet het einde van zijn journalistieke activiteit. In 1977 begon hij met de uitgave van het tijdschrift "De Poolse Oudstrijder". Hij richtte ook stichting „Wolna Polska” de "Stichting Vrij Polen" op, die tot 1980 een tijdschrift onder dezelfde titel heeft uitgegeven. Tussen 1977 en 1980 zijn 18 nummers van "Wolna Polska" verschenen.

Van 1 oktober 1956 tot 22 december 1959 gaven het hoofdbestuur van de Poolse Katholieke Vereniging (PTK) in Nederland en het bestuur van de Nederlandse afdeling van de SPK het tweemaandelijkse blad "Głos Wolnej Polski" uit. ("De Stem der Vrije Polen"). Het eerste nummer, in de vorm van een gratis tijdschrift, werd naar alle Poolse centra in het land gestuurd. Het tijdschrift werd geredigeerd door: N. Komar, S. Werner, B. Strenk en Zofia Langelaar. Het werd gedeeltelijk in het Nederlands gepubliceerd. Het had tot doel de Polen te informeren over alle Poolse aangelegenheden en hen te waarschuwen voor het gevaar dat Rusland en het Sovjetregime vormden. In november begon het tijdschrift te verschijnen als supplement bij het tijdschrift "Polak", dat in Quakenbrück (Duitsland) werd uitgegeven. Twee jaar lang werd "De stem van de vrije Polen" gepubliceerd als een maandelijks supplement met een oplage van 1500 exemplaren. Helaas werd het wegens financiële moeilijkheden gesloten. Vanaf 1958 gaven de besturen van de PTK en SPK in Breda een tweemaandelijks tijdschrift uit onder de titel White Eagle from Holland. Het was een mutatie van een tijdschrift dat in het Verenigd Koninkrijk werd uitgegeven.

Lokale tijdschriften In plaatsen waar Polen woonden, werden ook tijdschriften van plaatselijk belang uitgegeven. Een voorbeeld is de "Informator Zjednoczenia Katolicko-Polskich Towarzystw w Holand" (Gids voor de Vereniging van Katholieke Poolse Verenigingen in Nederland). Deze gedupliceerde krant werd tussen 1945 en 1972 in Heerlen en Brunssum gepubliceerd als een nieuwsbrief van de organisatie. De oplage bedroeg niet meer dan 300 exemplaren. Na een onderbreking werd de publicatie van de "Informator" hervat. De redactieraad bestond uit Dorota Gawlik (2002-2007) en vervolgens Krzysztof Wiktorowicz (2011-2012). Het publiceerde informatie over vieringen en sociale evenementen. Het bevatte profielen van vooraanstaande Polen en vierde de jubilea van Poolse diaspora-organisaties in Nederland.

„Posłaniec” (De "Messenger), sinds 1967 uitgegeven door pater Zbigniew Patejko, maakte ook deel uit van deze trend. Het informeerde over religieuze gebeurtenissen in Nederlands Limburg. Het orgaan van de Poolse Volkspartij in Nederland, getiteld "Nasza Myśl", had een enigszins ander karakter. Het was een discussie- en informatiebulletin. Het werd in de jaren zestig gepubliceerd, maar nogal onregelmatig. In de redactieraad zaten: J. Tetich, B. Czarnecki, B. Lank, B. Łyczak en A. Gierliński. Eerder, vanaf januari 1954, publiceerde de PSL in Breda de "Biuletyn Zarządu Głównego Polskiego Stronnictwa Ludowego w Holandii" [Bulletin van het Hoofdbestuur van de Poolse Volkspartij in Nederland].

Wanneer we het hebben over de Poolse pers die in de jaren 1930-1980 in Nederland verscheen, kunnen we niet voorbijgaan aan het maandblad "Nederland-Polen", dat tussen 1947 en 1958 verscheen. Het was het persorgaan van de Nederlands-Poolse Vereniging, dat met naam en toenaam verwees naar de vooroorlogse organisatie, maar daar niets mee te maken had. De Vereniging werd door de Poolse Ambassade in Den Haag gebruikt voor propagandadoeleinden en om de doeltreffendheid van deze activiteiten te vergroten gaf zij vanaf februari 1947 haar eigen tijdschrift uit. "Nederland-Polen" had een oplage van duizend exemplaren. Op de helft werd ingetekend door vaste abonnees en de rest werd verkocht in krantenwinkels. De redacteuren haalden hun informatie van de Poolse ambassade en deze eenzijdigheid was een belangrijke reden voor kritiek op de publicatie. De artikelen over cultuur en de Pools-Nederlandse betrekkingen waren echter van hoge kwaliteit en informatief. Siegfried van Praag, Milo Anstadt, Maksymilian Górzyński en Prins-Willekes MacDonald gepubliceerd in het maandblad. Directe ideologische debatten werden vermeden en er was geen inleidend artikel. Veel ruimte werd besteed aan Adam Mickiewicz, aangezien hij de lievelingsdichter was van de voorzitter van de "Nederland-Polen" vereniging Van Praag. Hij was vertaler en was van plan een boek over de Poolse bard te publiceren, maar helaas werd zijn werk onderbroken door zijn dood. Naast het tijdschrift publiceerde de vereniging ook supplementen. In februari 1952 waren de volgende brochures gedrukt: "Het zesjarenplan", "Hedendaags Polen" en "Moderne Poolse muziek". Elke publicatie had een oplage van 6.000. Het maandblad "Nederland-Polen" is na 12 jaar opgehouden te bestaan. Er waren 123 nummers van het tijdschrift in druk. Het laatste werd gepubliceerd in mei 1958 met een supplement gewijd aan het Rapacki-plan. De reden voor de stopzetting van deze maand was het overlijden van Praag en het vertrek van M. Górzyński uit Nederland. De vereniging beëindigde haar activiteiten eind 1958.

Het boek en de pers zijn belangrijke overbrengers van de media, bijzondere attributen van de nationale cultuur en een stelsel van sociale waarden die in een specifiek historisch proces zijn gegrift. De geschiedenis van de Pools-Amerikaanse pers begon in de Verenigde Staten, waar in de jaren 1863-1865 in New York "Echo z Polski" werd gepubliceerd, gevolgd door een tweewekelijks "Polish Eagle". (1870). Dit waren tijdschriften die werden uitgegeven onder economische emigranten. Negen jaar later, in Genève, begon "Równość" te verschijnen, en vanaf dat moment ontwikkelde zich de uitgeversactiviteit van de Poolse gemeenschappen in Europa. Ook in Nederland, zoals blijkt uit de talrijke tijdschriften die over een periode van vijftig jaar (1930-1980) door Polen zijn uitgegeven.

- * Dipi’s – DP (Displacd persons)
- ** SPK – Vereniging van Poolse Combatanten

- - -